ROOTS
Men krijgt zelden de kans de altviool in een solistenrol te horen en dat in een programma door twee topmusici: Paul De Clerck (Le Banquet Céleste, Edding Quartet) en pianiste Claire Chevallier.
Ze brengen muziek voor altviool en pianoforte die teruggrijpt naar het verleden. Componisten kunnen dat doen via persoonlijk getinte hommages aan hun voorgangers, maar kunnen ook oude composities bewerken, citeren, herinterpreteren… Het leverde heel wat bijzondere muzikale parels op van o.m. Stravinsky, Britten, Reger en Hindemith.
Befaamd jazzmusicus Kris Defoort schreef op vraag van De Clerck en Chevallier een nieuw werk ‘Reflections in the dark’, vertrekkend vanuit oude muziek.
Het geheel is een indrukwekkende voorstelling, waar je als publiek héél dicht op zit.
_
Programma:
I. Stravinsky: Elegie voor altviool
J. S. Bach/Toshio Hosokawa: O Mensch, bewein’ dein Sünde gross BWV 622
B. Britten: Lachrymae ‘Reflections on a Song of John Dowland’ voor altviool en piano
Kris Defoort: Reflections in the dark (to DJ B)
M. Reger: Sonate in g voor altviool solo
P. Hindemith: Fantasiesonate in F, opus 11 nr. 4 voor altviool en piano
_
Interview met Paul De Clerck
(uit programmaboekje CC De Spil, Roeselare)
“De altviool wordt makkelijk overstemd door hoge of lage tonen, maar spelen op periode-instrumenten lost dat probleem grotendeels op (Paul De Clerck speelt op een 18de-eeuwse Italiaanse altviool, nvdr). . Voor mij als altviolist was het een zalige ontdekking om te kunnen spelen zonder te moeten forceren. Ik heb dat voor het eerst gemerkt tijdens een concert van de Kuijkens. Ze speelden de kwintetten van Mozart op darmsnaren, nog voor ik met darm bezig was. “Dat wil ik ook doen”, dacht ik toen. Mozart wist wat hij schreef, dat was geen uil. Als hij pianissimo schreef, moet dat mogelijk zijn. Op darm lukt dat. Zoiets geeft een adem aan de muziek die je niet hebt als het instrumentarium niet volledig klopt. Voor het huidig programma is dat in ieder geval wel zo: het instrumentarium klopt.”
“Claire speelt op een Erard uit 1920, ik zal spelen op omwonden darmsnaren, een ideale combinatie voor muziek uit het einde van de 19de eeuw en begin 20ste eeuw. Als we de vroege sonate van Hindemith uit 1919 spelen op dat instrumentarium dan moet je op geen enkel vlak compenseren. Er is dus meer ruimte voor extreme nuances. Die Fantasie-inleiding klinkt als een prelude in de traditie van Bach. Ook de variaties met een danskarakter en het meer contemplatieve deel zijn terug te voeren op de suites van Bach. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de suite nr. 1 van Max Reger. Voor Reger was Bach begin en einde. Bach vormt als bron voor latere componisten de rode draad in het programma. Daarom beginnen we ook ons concert met het arrangement dat Hosokawa schreef van een orgelwerk van Bach. Het klinkt een beetje kitscherig, vinden we zelf Bij Reger ligt het anders. Bij hem is het eerder ironie. Ik denk dat die gast veel humor had. Aan de ene kant klinkt hij heel serieus, zeker qua compositietechniek en anderzijds is er die overdaad aan expressie. Hij redde zichzelf uit de romantische overexpressie door zijn humor.”
“Kris Defoort heeft specifiek voor de Erard-piano van Claire Chevallier geschreven. Hij is daarvoor bij haar thuis geweest. Hij kent die instrumenten. Kris mag dan nu misschien vooral bekend staan als jazzpianist of hedendaagse componist, hij is van oorsprong een barokmuzikant, een blokfluitist dan nog wel. Hij kent dat repertoire door en door.”
photos © Christophe Engels